‘Op 29/12 hebben wij samen de trein genomen naar Lier!’ We zijn intussen enkele weken verder, maar Jannes, dagcentrumcliënt en treinfanaat, heeft het ritje muurvast in zijn geheugen opgeslagen. En ook vrijwilliger Marc vond het zo’n typisch voorval dat illustreert waarom vrijwilligerswerk bij ons zo fijn is. ‘Ik kwam hem met zijn ouders tegen op het perron, en hij is heel de rit bij mij blijven zitten. Zoiets blijft bij mij ook hangen, hoor.’
Marc rijdt al bijna zes jaar ritjes met de cliënten van het dagcentrum. Meestal staat hij een paar keer per maand in voor een ochtend- en een avondtoer om enkelen van hen naar Monnikenheide en weer naar huis te brengen. ‘Het zou zelfs nog wat meer mogen zijn, wie weet of ik het nog lang kan?’
Nog zin om te werken
Tot nader order is de jonge zeventiger nog fit genoeg. ‘Toen ik met pensioen moést, had ik nog altijd zin om te werken. In het tweede deel van mijn carrière werkte ik in loondienst, maar voorheen had ik 25 jaar mijn eigen kinépraktijk – die werkspirit van de zelfstandige zit er nog altijd in, zeker?’
Een zoektocht bracht hem naar Monnikenheide, waar voor de zomermaanden tijdelijk een jobstudent-chauffeur werd gezocht. ‘Ik ben niet echt een jobstudent, maar goed, ze vroegen mij.’ Later werd zijn statuut omgezet naar dat van vrijwilliger.
Zingen of niet zingen?
Vrijwilligerswerk, ‘voor het geld moet je dat niet doen’, natuurlijk. Waarom dan wel? Waarom ging hij bijvoorbeeld niet flexijobben in de horeca? Het antwoord ligt bij het menselijke en sociale: ‘Ik zou die gasten te hard missen.’
Nochtans, met hen op pad gaan, kan best uitdagend zijn. Ze durven al eens wat tegendraads te doen: ‘Er was er eentje die nooit wilde instappen, maar als hij het té moeilijk maakte, werd hij met de auto gebracht en dat probeerde hij dan toch te vermijden want eigenlijk vond hij het busje leuker. Dus daar speel je dan op in.’ Of nog: ‘De ene zingt zodra ze in de wagen zit, de andere kan zulke prikkels net moeilijk verdragen… Dan moet je manieren zoeken om hen toch allebei op hun gemak te stellen. Het is plezànt uitdagend’, vindt Marc. ‘Net daardoor hou je zoiets zes jaar en langer vol.’
Veilig naar huis
‘Je moet ervoor openstaan om hen te leren kennen en te ontdekken hoe ze met hun beperking functioneren, en je leert ook wel de trucjes om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen. Want neen, wij hebben geen begeleider die meegaat, à la Saar van ‘Down the Road’, we gaan alleen met hen de baan op.’
Het is inmiddels tijd geworden om in te stappen, midden in een korte sneeuwbui. Zeer toepasselijk volgt een demonstratie van het geduld dat je soms moet hebben: iedereen wil zo snel mogelijk op zijn of haar vaste plekje gaan zitten, en dat we eerst nog een foto gaan maken waarbij we liefst iedereen in beeld hebben, dat vergt wat overreding. Maar uiteindelijk vertrekt iedereen met een grote lach. Veilig naar huis met Marc.